Wie is hij?
Om vrijwel in het kort, Dr. Philippe De Coster, D.D., de
verantwoordelijke van het Belgisch Gîtâ Satsang Internet domein, op
godsdienstig en spiritueel gebied beter te gaan situeren, is hij in de eerste
plaats een afgestudeerde in Protestantse theologie. Als eerste inzet, studeerde
hij residentieel in het Bijbel Instituut te Brussel (1960), terwijl
tezelfdertijd cursussen van andere gelijkwaardige instellingen door hem werden
ondernomen. Tien jaar later, na ongeveer een viertal jaren studie (extra muros), behaalde hij in 1970, een einde leergang
getuigschrift in christelijke metafysica bij de bekende “Unity School of
Christianity, Lee’s Summit, Missouri, USA”, in 1889
gesticht door Charles en Myrtle
Fillmore. Daar hij zich nog steeds in de godsdienstige wetenschappen
wilde verdiepen (hij was zeker niet aan het einde van zijn studies gekomen),
studeerde hij met een heel bekende Londense Bijbel College, en ondernam het
gehele “curriculum” om uiteindelijk zijn diploma in November 1984 te halen, en
hij behoort nog steeds tot de oud leerlingenbond van de LBC. Nadien met de LBC,
volgde hij ook een cursus, genaamd “Cambridge
Diploma/Certificate in Religious
Studies”, en enkele andere cursussen wat niet meer hoefde na College diploma te
hebben behaald, en dat tot in 1990. Daar hij geloofde, datgene wat voor hem nog
steeds van kracht is, de wetenschappelijke kennis op peil te houden als
onderdeel van zijn spirituele beleving, volgde hij een “extra muros” studieprogramma bij een Amerikaanse universiteit, en
behaalde aldaar zijn baccalaureaat in theologie in 1980, op grond van gedane
studies en terwijl hij zelfs nog bij de L.B.C. studeerde. Voor het mondelinge
examen moest een cursus in “Godsdienst Psychologie” bijgewerkt worden. Hij
maakte zodoende kennis met verschillende en soms uitwijkende
dieptepsychologische theorieën zoals van Willem
Stekel, Otto Rank, Sandor Ferenczi, Wilhelm Reich, Franz
Alexander, Carl Ramsom Rogers, Jacques Lacan; en,
bestudeerde de werken van de psychologen Sigmund Freud, vooral de werken van Carl Gustav Jung, en in
dezelfde richting Roberto Assagioli. Dr. Assagioli
kende hij al eerder, die ondertussen zijn denkwijze reeds heel sterk had
beïnvloed door medewerking te verlenen aan wijlen Mevrouw Michal Eastcott,
directrice van twee bekende meditatie groepen in Engeland, ook vertegenwoordigd
in Amerika. Michel Eastcott en Nancy Magor waren heel nauw verbonden met het
werk van de Italiaanse psycholoog. Hij behaalde dus zijn “Bachelor in Theology” bij de Southeastern University, Greenville, South
Carolina, USA (Theological Seminary).
Kort nadien nam de S.E.U. een bijzondere goede wending, waardoor twee
universiteiten zijn voorgekomen. Ten eerste, de “Southeastern University & Theological
Seminary of Connecticut, New Haven, Connecticut. De tweede is de “Southeastern University –
The Institute for Global of Human Development, St. Croix, Virgin Islands of the USA”. De campus te Greenville, South Carolina, werd
ondertussen opgeheven. (Zoiets is met de Universiteit van Leuven gebeurd, toen
deze in twee afzonderlijke universiteiten werd gesplitst, waarbij de
Franstalige afdeling een zelfstandige universiteit werd te Louvain-la-Neuve
te Ottignies, en was ook het geval voor diens
studenten.) De ‘extra muros’ studies werden onder de
bevoegdheid van Dominee Dr. Prof. Diederik D.J. Quatannens, Professor bij de
Protestantse Faculteit van Brussel, voltrokken. Hij was toen ook algemene
aalmoezenier der Belgische strafinrichtingen, en Europese directeur van de
Europese extensies van de S.E.U., toen gezeteld, Bakerstreet,
London (UK). Dr. Prof. D.D.J.
Quatannens, beheerde tegelijkertijd ook de ‘Centre Oecuménique
d’Enseignement Universitaire’, in 1983, 25, Kroonlaan, 1050, Brussel. Dr. De Coster behaalde op 2
September 1979, een eredoctoraat in godgeleerdheid, waarvan de initialen
‘D.D.’, hem toegekend door het St. Ephrem Instituut
(Oosterse filosofie en talen instituut waarbij het Aramees) te Stockholm,
Zweden, op grond van een belangrijke theologische studie en opzoekingen ten
gunste van de Christelijke en Apostolische gemeenschap, vooral met betrekking
tot de Apostolische Kerk van Antiochië (door de apostel Petrus eerst gesticht
in 38), en hun Europese missionering (1872). Het eerste en voornaamste gedeelte
van zijn werk wordt in de bibliotheek van Lambeth Palace (Church of England),
London bewaard. Eveneens, bood hij zijn belangrijke opzoekingen ter bewaring
(toen op microfilm) bij de Mormonen, Salt City, Utah,
U.S.A. (Het gehele en uitgebreid werk staat nu vast op CDROM, en verder
verkrijgbaar.) Ongeveer, en sedert 1963, werd hij bij de Oosterse zowel als de
Westerse meditatie betrokken, waarbij bovendien zijn interesse voor het eremietisch - of kluizenaarsleven.
Ondertussen, stichtte hij een Belgische vereniging, die eerder in Frankrijk
bestond en naar België overgeplaatst, genaamd
“Ordo Mysticus Eremitarum Sancti Augustini”, afgekort O.M.E.S.A. tot en
met 31 december 1990. De Hindoese filosofie en esoterie hebben hem altijd bijzonder
geboeid, eerst langs hen die de leer naar het Westen brachten, in het bijzonder
Mevrouw H.P. Blavatsky en verder Alice Bailey, de voornaamste pioniers. Men
dient van elkaar in alle broederlijkheid te leren, willen we de boodschap van
de Here Jezus in de gans wereld laten weerklinken. Sedert
24 februari 1974, was hij bij het Oud Roomse en Latijnse Katholicisme (buiten Rome) betrokken waarbij hij een
hogere gewijde functie had, en doorgaans pastoraal zelfstandig werkte. Op 1
oktober 1991, werd hij seculier oblaat van de heilige Benedictus, en genoot
dusdanig van de geestelijke voordelen van de benedictijnerorde. Hij werd door
wijlen Dom Livien-Frans Biebuyck o.s.b, prior, later dienstdoend abt, van de
Sint-Pietersabdij te Steenbrugge (Brugge) aanvaard. Dom Livien stierf te Tielt
op 5 februari 1998. Met rustpensioen sedert januari 2000, nu op zijn
drie-enzestigste, Dr. Philippe De Coster houdt zich momenteel volop bezig met
de Bhagavad Gîtâ in de Nederlandse en Franse talen naar de versie van Dr.
Ramananda Prasad, D.Ph. te vertalen. Het vertalingwerk die nu tot zijn einde
komt, heeft hem van het Christelijk Geloof zeker niet verwijderd,
wel in tegendeel. De Bhagavad Gîtâ wordt door de meest godsdienstige en
filosofische strekkingen besproken, zo niet toegeëigend, en biedt naast de
Bijbel altijd voor miljoenen dagelijkse stof voor overweging en meditatie. Er
bestaat een parallellisme tussen de Gîtâ en drieduizend jaren later de woorden van
Jezus Christus in het Evangelie, voornamelijk in het vierde Evangelie, deze
naar Johannes. Philippe De Coster wilt nog eens graag onderstrepen dat het
leergezag van het Evangelie, hem tot in het diepst van zijn hart doordringt, en
hij weet zich veilig te staan door ernaar te luisteren, en overeenkomstig
onbaatzuchtig te handelen. (In de Bhagavad Gîtâ legt de Heer Krishna uit dat
het geloof van elk individu overeenstemt met zijn natuur.) Anderzijds, “God” (welke Naam Hem ook wordt
gegeven), het gaat altijd om dezelfde liefde; liefde die Hij ontvangt, liefde
waarin Hij deelt, liefde waarvan Hij getuigt. Het is liefde tot in de dood, tot
de dood waartoe de mensen Jezus Christus zullen brengen in een wanhopige poging
om aan onze relatie met de Heiland een einde te maken. Maar zelfs de dood, die
onbekende voor de Drieëenheid, zal Jezus veranderen
in liefde. “Geen grotere liefde kan iemand hebben dan deze, dat hij zijn leven
geeft” (Joh. 15:13). In
totale overgave aan Jezus Christus, wordt de mens nieuw gemaakt, en is dus de
enige mens die volgens Gods plan ooit had moeten leven, geheel naar het beeld
van Zijn veelgeliefde Zoon. Die mens wordt voortdurend in Gods liefde
gedompeld. Wij verwijlen dan ononderbroken bij het verlangen van God, diep in
ons.